Mensen werken steeds langer door. De arbeidsparticipatie van ouderen stijgt op indrukwekkende wijze. Maar op sommige plaatsen piept en knarst het volgens het Centraal Planbureau. In haar publicatie ‘Geleidelijke uittreding en de rol van deeltijdpensioen’ legt het CPB uit hoe dat zit.
Hoe houdt men het vol tot aan de hogere AOW-leeftijd?
Geleidelijke uitreding kan helpen om het werken langer vol te houden. Het is vanuit meerdere opzichten zelfs een logische route richting voltijds pensionering. Wie zijn hele leven heeft gewerkt, kan meestal niet makkelijk van de ene dag op de andere stoppen met deze ‘gewoonte’. Ook gezondheid en fitheid om door te werken nemen meestal geleidelijk af.
Minder uren werken, en in deeltijd met pensioen gaan kan een goede manier zijn om te wennen aan een andere leefstijl. Het werken in deeltijd is onder oudere mannen sterk gestegen. Van de vooroorlogse generaties 60‐plussers werkte een op de veertien mannen in deeltijd; van de huidige generaties is dit een op de zes.
De stijging van deeltijdwerk onder oudere mannen geldt voor alle opleidingsniveaus. Het aandeel deeltijdwerk blijft onder hoogopgeleiden (ongeveer een op vijf) hoger dan onder laag‐ en middelbaar opgeleiden (ongeveer een op zeven).
Deeltijdpensioen is een voor de hand liggend instrument om geleidelijke uittreding mogelijk te maken. We zien weliswaar een stijging in het gebruik van deeltijdpensioenregelingen – bij ABP en PGGM verdubbelde het gebruik tussen 2012 en 2015 – maar dat is volgens de onderzoekers niet voldoende geweest om de onvervulde wens naar geleidelijke uittreding te doen verkleinen. Ongeveer een op de zestien mannen vanaf 60 jaar met een voltijdsbaan zou graag in deeltijd werken. De onvervulde wens betreft zowel werk van 20 tot 32 uur per week als werk van minder dan 12 uur per week.
Meer kennis over deeltijdpensioen zou het gebruik van deze regelingen enorm helpen, denken de onderzoekers. Met name werkenden met een lage opleiding kennen de mogelijkheden en de financiële gevolgen niet altijd goed.
Lees hier de volledige CPB publicatie